Op 1 juli 2002 treedt de Wet elektronisch geld in werking. Dit betekent dat ook niet-bancaire instellingen voortaan elektronisch geld mogen uitgeven. Wel dienen de niet-bancaire instellingen dan, net als banken, een gezonde en prudente bedrijfsvoering te kennen en financieel solide te zijn. Hiertoe worden zij geplaatst onder toezicht, dat geënt is op het bedrijfseconomisch toezicht van banken. Het toezicht wordt uitgeoefend door de Nederlandsche Bank. De wet behelst de uitvoering van een tweetal Europese richtlijnen. Het doel van de wet is het openbreken van de markt voor niet-bancaire instellingen die elektronisch geld willen uitgeven en het stimuleren van de ontwikkeling van elektronisch geld door het vertrouwen van de consument te bevorderen.
Ik verwijs verder naar de website van 1.1a2, Vereniging voor Elektronisch Geld Instellingen in Nederland. En ik voorspel dat deze wet wel eens het omgekeerde effect zou kunnen hebben. Koude sanering van de markt voor diverse prima werkende lokale betaalsystemen, die onbetaalbaar worden omdat nu opeens de WID en de MOT moeten worden toegepast....