Op de voorkant van het FD figureert vandaag de term systeemrisico. Aanleiding is de door Rijkman Groenink uitgesproken zorg over het financiële systeem en de stabiliteit ervan. Zie ook de passage hieronder.
Het financiële systeem bestaat uit het geheel van banken, financiële markten, overheden, bedrijven en consumenten, die gezamenlijk voor de geldstromen in de wereld zorgen. Groenink schetst het risico dat de openbare kapitaalmarkt ontoegankelijk wordt doordat beleggers nog slechts de solvabelste debiteuren vertrouwen. Het overtollige kapitaal wordt dan bij banken op deposito gezet. 'Maar die banken kunnen dat niet zonder problemen allemaal weer gaan uitlenen. De toegenomen solvabiliteitseisen beperken de capaciteit van de banken', aldus de bestuursvoorzitter.
Internationale bankregels stellen de hoeveelheid krediet die een bank geeft afhankelijk van het eigen vermogen. Dat neemt niet toe als de hoeveelheid ingelegde gelden in een systeemcrisis wel sterk toeneemt. Groenink: 'Banken kunnen hun rol in het conversieproces dan niet optimaal vervullen.'
Gevolg zou zijn dat veel bedrijven in acute liquiditeitsproblemen komen, met mogelijk faillissement als gevolg. Groenink kan niet aangeven hoe groot op dit moment het risico is dat een systeemcrisis zich daadwerkelijk voordoet: 'De solvabiliteit van het internationale bankwezen ziet er beter uit dan bij vorige crises aan het begin van de jaren tachtig en negentig. Dat is positief. Ook de kwaliteit van het toezicht is internationaal met sprongen vooruitgegaan. Of zich een schok voordoet, is afhankelijk van de samenstelling van de balans van individuele instellingen.'
Wat is nu zo interessant aan dit artikel?
Het boeiende is dat in dit artikel op een onzuivere en algemene manier omgegaan wordt met woorden als systeemcrisis en systeemrisico. Een technisch betalingsverkeerbegrip als systeemrisico wordt veralgemeniseerd naar een soort totaalbegrip van systeemcrisis. Terwijl met systeemcrisis niets anders bedoeld wordt dan dat er wat meer bedrijven failliet gaan dan anders (zoals bij een recessie overigens wel vaker pleegt te gebeuren). Door echter het vraagstuk te vervagen, te veralgemeniseren en van een angstaanjagende term te voorzien wordt de materie minder inzichtelijk. Dit geeft zowel grote banken als regelgevers de gelegenheid om met een beroep op deze vage term te pleiten voor een uitzonderingspositie (grote banken) of voor extra regelgeving (regelgevers).
Voor de goede orde nog even uitleg over systeemrisico. Dat is een risico dat kan optreden in verreken- en afwikkelsystemen tussen banken onderling. Systeemrisico is hier het risico dat indien een van de participanten aan een dergelijk systeem niet meer aan zijn betalings- en/of leveringsverplichtingen kan voldoen, de andere deelnemers (of de centrale tegenpartij in het systeem) ook niet meer aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Doorgaans wordt het goed afgedekt met garantstelling en onderpand; in uitzonderingsgevallen met extra liquiditeit (zoals op 11 september 2001). Zie verder het lexicon betalingsverkeer.
De kans dat zich daadwerkelijk langs betalings- afwikkelsystemen een wereldwijde financiële schok voordoet is zeer beperkt. Systeemrisico is daarmee niet iets om wakker van te liggen. Dat Groenink toch zorgen heeft baart me trouwens weer wel zorgen. Als ik de kinderwijsheid: 'wat je zegt ben je zelf' toepas betekent dat dat de exposures van ABN AMRO richting Brazilië zodanig onverantwoord hoog zijn dat ABN AMRO wellicht over enige tijd niet meer aan de kapitaals-eisen Bazel kan voldoen. Dat zou technisch bezien zeer boeiend zijn; we kunnen dan direkt beoordelen of er een systeemrisico onstaat.